Baanregels

Regels voor het gebruik van de atletiekbaan


Binnen de atletiekwereld gelden er voor trainen op de atletiekbaan regels. 

Deze regels zijn ook internationaal afgesproken; mocht je in het buitenland gebruik maken van een andere atletiekbaan, dan kun je daar ook ten alle tijde veilig trainen. 

Enkele belangrijke regels: 
 Inlopen gebeurt buiten de baan, op het gras of in de buitenste banen. 
 Het liefst twee banen gebruiken. 
 Als er andere groepen bezig zijn in deze banen deze dan NIET hinderen. 
 Oefeningen zoveel mogelijk buiten de rondbaan op het gras of op de hoogspring-gedeelten doen. 
 Loopscholing zoveel mogelijk buiten het loopgedeelte of op de aanloopstukken van de verspringbakken doen. 
 Voor het loopgedeelte binnen de trainingen geldt dat in baan 1 het kernprogramma kan worden gedaan 
    (ongeacht het tempo waarin dit gebeurt). 
 Hierbij geldt dat er NIET naast elkaar maar ACHTER elkaar wordt gelopen. 
 Het inhalen gebeurt in baan 2, snellere atleten worden dan in staat gesteld makkelijker en zonder belemmering te kunnen inhalen. 
 De pauzes tussen de herhalingen in kunnen in baan 3 en 4 worden gedaan, ongeacht of het nu wandel- of dribbelpauzes zijn. 
 Bij het oversteken goed kijken of er lopers aankomen. 
 Nooit van binnenuit de baan opstappen, altijd van buitenaf beginnen.

Atverni Overzicht